De oorzaak van ME is nog niet duidelijk, maar er zijn wel allerlei problemen in het lichaam gevonden bij ME patiënten. Zo is zichtbaar in onderzoeken dat de stofwisseling hapert en dat dit niet komt door bijvoorbeeld deconditionering. Net zoals bij andere ziektes, waaronder auto-immuun ziektes, werken de energiefabriekjes bij ME patiënten niet goed en sterven spiervezels mogelijk af. En zonder levende spiervezels met werkende energiefabriekjes is er niet voldoende energie productie om je activiteiten te kunnen doen. Daardoor hebben veel ME patiënten last van energieloosheid en uitputting. In dit artikel DEEL 3 (van 4) over de ‘energieproductie’.

Noot

Let op! Dit artikel (in 4 delen) lijkt uitgebreid en allesomvattend, maar bevat nog altijd een ietwat ‘simplistische weergave’ van ons energiesysteem waarover nog veel meer te zeggen en te leren valt.

Energieproductie – in 4 delen

  1. De energiesystemen
    Er zijn 3 systemen in ons lichaam die energie maken voor ons.
  2. Het metabolisme
    Hoe worden voedingsstoffen omgezet in energie?
  3. Inspanning (hieronder)
    Wat gebeurt er in het lichaam bij inspanning?
  4. Problemen bij energieproductie
    Bij ME patiënten kunnen een paar dingen misgaan bij de energieproductie.

Inspanning

Onder de anaerobe drempel bewegen

Zolang je niet boven je anaerobe drempel beweegt zullen het anaerobe systeem (de oplader) en het aerobe systeem met vetzuren (de fabriek) het samen redden om voldoende energie te maken.
1. De oplader (glucose)
2. De fabriek (vetzuren)

Boven de anaerobe drempel bewegen

Naarmate we een grotere inspanning gaan leveren is er meer zuurstof nodig om voldoende vetzuren te verbranden en gaat ons hart dus sneller kloppen, zodat het zuurstofrijke bloed sneller door ons lichaam wordt vervoerd. Daarmee komt er meer zuurstof aan bij de fabrieken en kunnen er meer vetzuren worden verbrand.
1. De fabriek (glucose)
2. De fabriek (vetzuren)

Noot

Als we op 50% van onze maximale hartslag bewegen verbranden we 60% vetzuren en 40% glucose.

Intensieve activiteiten

Opschalen energievoorziening

Als we dus een inspanning boven onze anaerobe drempel leveren, dan wordt er plots meer energie gevraagd.

  • We halen, als we vanuit rust starten, de eerste seconden tot 2 minuten energie uit onze accu (ATP-CP systeem).
  • Vervolgens nog een aantal minuten uit de oplader (de glycolyse zonder zuurstof)
  • We schalen in de tussentijd de fabriek op. Dit opschalen/ aanzetten van de fabriek kost ongeveer 2 minuten.

Langdurige grote inspanning

De fabriek gaat hard aan de slag en zodra de accu leeg is en de oplader het ook niet meer redt draait de fabriek op volle toeren.

  • Je ademt sneller en je hartslag is hoger (ongeveer >60% van je maximale hartslag).
  • Glucose wordt op hoog tempo verbrandt tot energie op hoog tempo,
  • Er is te weinig zuurstof, tijd en energie om ook veel vetzuren te verbranden.
Noot

Als je beweegt en daarbij een hartslag van 75% van je maximale hartslag hebt, verbrand je nog maar 35% vet en dus 65% glucose.

Je oplader gebruikt nog het melkzuur dat vrij komt uit de oplader om weer nieuwe energie van te maken, er is echter steeds minder zuurstof beschikbaar om de lactaat te neutraliseren, waardoor je spieren verzuren. Je loopt nu wel op je reserves.

Stress-systeem – bij energietekort

Het lichaam heeft gelukkig een ingenieus systeem en we noemen dat ook wel het ‘stress-systeem’.
De benaming is niet helemaal juist, want het werkt ook als je geen stress hebt, het werkt altijd als je energie nodig hebt en dat heb je de hele dag nodig. Je stress-systeem staat dus altijd aan.

Maar als je een energie tekort hebt dan werkt dit systeem extra hard.

  • Gezonde mensen kunnen een energietekort krijgen wanneer ze, bijvoorbeeld, de marathon rennen en alle voedingsstoffen (glucose en vetzuren) in het bloed op zijn. Als je dan door wil rennen kost het teveel tijd en moeite om glucose en vetzuren uit de opslag vrij te maken, maar het lichaam zal het eerst wel proberen.
  • Me patiënten kunnen een energietekort krijgen wanneer ze, bijvoorbeeld, zo’n kapot kraantje bij al hun fabriekjes hebben. Als ze dan een minimale inspanning willen leveren komt de glucose niet aan bij de fabriekjes. Het lichaam zal dan energie maken van vetzuren (wat niet zo efficiënt is).

Het stress-systeem komt dan in actie om te helpen meer glucose vrij te maken. 
Het stress-systeem maakt adrenaline en cortisol. Deze hormonen zorgen ervoor dat je spierweefsel en eiwitten kunt omzetten in glucose. Je oplader (en misschien je fabriekjes) kunnen dan weer extra energie maken om de marathon verder te lopen óf als ME patiënt je activiteit (die op je grens ligt) vol te houden.

Maar uiteindelijk raakt het systeem uitgeput. Je ontmoet ‘de man met de hamer’ of ervaart een ‘hongerklop’.

  • De marathonloper stort in, voelt zich misselijk, heeft hoofdpijn en kan niet meer vooruit – kan geen beweging meer maken.
  • De ME patiënt stort in, voelt zich misselijk, heeft hoofdpijn, en kan niet meer vooruit – kan geen beweging meer maken

Bij de marathonloper komt het doordat de voedingsstoffen op zijn. Een suiker-drankje nemen helpt dan om weer verder te kunnen.
De ME patiënt heeft helaas niet zo’n oplossing voor handen, want de oorzaak ligt in een kapotte oplader, kapotte kraan of zelfs een kapotte fabriek.

Een ander probleem van doorgaan op adrenaline en cortisol is dat dit stress-systeem spierweefsel en eiwitten gebruikt.
Spierweefsel heb je nodig om te kunnen bewegen.
Eiwitten zijn bouwstenen en herstellen je lichaam na inspanning.

Je maakt je lichaam dus kapot als je continue op adrenaline en cortisol doorgaat.


Op je reserves lopen

De glucose in je lichaam begint op te raken. Als je aan het sporten bent ga je écht hijgen. Maar ook als je langere tijd onder stress staat kunnen je glucose reserves opraken, omdat stress (lichamelijk of psychisch) ook veel energie vraagt.

Het hormoon cortisol helpt eerst eiwitten uit je spieren te trekken (en om te zetten in glucose) – dat is makkelijk en snel. Vervolgens kan cortisol ook vetzuren uit je opslag trekken om er glucose van te maken. Uiteindelijk zijn alle mogelijkheden uitgeput.

Probleem van het doorgaan op basis van adrenaline en cortisol is dat dit stress-systeem spierweefsel en eiwitten gebruikt. Spierweefsel heb je nodig om te kunnen bewegen. Eiwitten zijn bouwstenen voor je lichaam en zijn eigenlijk de stoffen die je cellen weer herstellen na een inspanning. Deze eiwitten en spiercellen mis je dan dus als je wil gaan herstellen.

Veel ME patiënten hebben de neiging om steeds op adrenaline en cortisol nog een tijdje door te gaan, maar eigenlijk maken ze daar wel hun lichaam verder mee stuk. 

Noot

Je hebt ook altijd écht glucose nodig, want je brein kan geen vetzuren opnemen om energie van te maken. Daarnaast heb je ook glucose nodig bij een grote inspanning, omdat dit de enige brandstof is waar je snel en efficiënt energie mee kunt maken.

En dan komt de man met de hamer… Er is te weinig glucose over in je lichaam, alle voorraden zijn op, en je kunt nu alleen nog maar vetzuren verbranden. Dit is zo inefficiënt dat je geen stap meer kunt zetten. Je krijgt een ‘hongerklop’. Je kunt niet meer verder. Je kunt niet presteren zonder glucose verbranding. Je zult, als je verder gezond bent, suiker moeten innemen om weer voldoende energie te kunnen maken om verder te gaan.

Samenvatting

Je anaerobe drempel is een grens die belangrijk is.

  • Onder de anaerobe drempel maak je VOORNAMELIJK anaerobe energie.
  • Boven de anaerobe drempel maak je VOORNAMELIJK aerobe energie.

Anaeroob betekent: ‘zonder zuurstof’. De oplader maakt energie zonder zuurstof te gebruiken.
Aeroob betekent: ‘met zuurstof’. De fabriek maakt energie met zuurstof.

Noot

Stel je maximale hartslag is 130 en je anaerobe drempel is bij een hartslag van 120. Dan wordt bij een hartslag van 65 ongeveer 60% van onze energie gemaakt uit vetzuren en 40% uit glucose. Bij een hartslag van 97 wordt dan 35% van onze energie uit vetzuren gemaakt en 65% uit glucose.

Onder de anaerobe drempel maak je dus voornamelijk energie met je opladers. Ook je fabriekjes werken op een rustige stand mee en gebruiken dan voornamelijk vetzuren.

Boven de anaerobe drempel maak je voornamelijk energie met glucose. De glucose gaat via de oplader en een kraantje naar de fabriek en wordt daar (met zuurstof) verbrandt tot energie. Je gaat sneller ademhalen om meer zuurstof binnen te krijgen, zodat je meer glucose (en vetzuren) kunt verbranden in je fabriekjes.

Afbeelding: 
1. De bloedbaan met daarin het transport van glucose en vetzuren + het transport van zuurstof
2. De cel met daarin ‘de oplader’ voor de glycolyse, ‘de fabriek’ voor de citroenzuurcyclus en ‘de accu’ -> glucose, vetzuren en zuurstof komen de cel binnen en bewandelen ieder een ander pad om uiteindelijk energie te worden.
3. Rechtsboven: eiwitten in de spieren & vetzuren in de vetopslag worden door cortisol aangetrokken en via het bloed naar de cel gebracht.


 

 

Elzemarij ‘t Hart

Coach, Therapeut & Trainer.
Oprichter Instituut voor Persoonlijke Coaching

Ik begeleid sinds 2008 professionals met levensvragen, stress en/ of (chronische) ziekte.

Op dit moment geef ik af en toe nog supervisie of therapie. Loop jij vast? Je mag altijd contact met mij opnemen, dan laat ik je weten of ik, binnen mijn energielevel, iets voor je kan betekenen. Of ik vertel je met heel veel liefde over één van mijn geweldige collega’s en koppel je dan graag.


0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie