Ik staar naar de wolken. Het is grijs buiten. Weer lig ik wekenlang uitgeput en ziek in bed; ik heb weer een urineweginfectie. Mensen dansen stilletjes om mij heen. Ze gaan hun eigen gang. Feestjes worden gevierd, ik ben er niet en werd niet uitgenodigd. Eigenlijk word ik meestal niet meer uitgenodigd, want ik kan toch niet gaan en als ik niet weet dat mensen elkaar gaan ontmoeten kan ik me ook niet eenzaam voelen – is de gedachte van anderen vaak. De meeste mensen werken, ontmoeten elkaar, doen hun hobby’s en zijn ‘lekker druk’. Ik weet het vaak niet eens meer. Mensen helpen ongevraagd, doen ongevraagd óf doen niets, staan onhandig in de ruimte of blijven weg. En ik weet eigenlijk ook niet of ik het erg vind. Ik weet niet in hoeverre ik het altijd merk wat mensen wel of niet doen als ik weer gecrasht ben.
Maar wat ik wel weet: Ik ben niet zielig, ik ben niet écht zwak (al ben ik soms wel zwak) … En liever wordt ik ook niet zo behandelt. Ik wil dat mensen mij niet als ‘zwak of zielig’ behandelen ook al kan ik weinig tot niets…
Ik vind het overigens niet erg om zwak of zielig te zijn, dat is iedereen wel eens. Zwak zijn en hulp nodig hebben hoort bij het leven. We zijn geschapen om er voor elkaar te zijn. Ik kan daarnaast ook hulp vragen als ik dat nodig heb. Zolang mensen mij vertrouwen (dat ik liefdevol voor mezelf en mijn omgeving ben), dan blijft verbinding, contact, gesprek en leven mogelijk. Ook als ik zwak of zielig ben.
Maar terwijl de wolken voor mijn ogen voortjagen en ik vanuit mijn bed achter de grote vouwramen daarnaar kijk voel ik dat ik last begin te krijgen van de dansjes om mij heen, de ongevraagde hulp en de afwezigheid van mensen. En zeker als er veel tegelijk speelt. Een infectie naast de ME, een oververmoeide mantelzorger en mensen in mijn omgeving die om mij heen proberen te leven en anderen daar soms in meetrekken. Hoe erger de crash, hoe lastiger ik kan relativeren en nuanceren in mijn hoofd. Hoe moeilijker ik het vind om gedrag en woorden van anderen te vertalen naar wat ze werkelijk bedoelen. En hoe meer mensen ook ‘voor mij gaan zorgen omdat ik zwak ben’ en daarmee hun ‘dansjes’ rondom mij gaan doen… Hoe moet ik hiermee omgaan?
Goed bedoelt
Het is uit zorg voor mij vermoed ik. Mensen willen mij ‘beschermen voor teveel doen’, maar behandelen mij daarmee in wezen als iemand die ‘te zwak is om zelf de juiste beslissingen te nemen’. Mensen ‘beschermen mij voor de pijn van uitsluiting’ en vragen niet meer of ik wil komen, maar behandelen mij dan in feite alsof ik ‘te zwak ben om mijn eigen grenzen te bewaken’. Sommige mensen vinden het spannend om met mij om te gaan. Ze durven niet te vragen, weten zich geen houding te geven of ontwijken confrontaties.
In feite wordt ik uitgesloten of buitengesloten.
Er worden dingen niet gezegd die wel gevonden en gedacht worden. Er worden vragen niet gesteld die wel leven. Er wordt voor mij besloten zonder vragen of overleg met als motivatie dat het uit liefde en zorg is. Daarmee verlies ik de mogelijkheid zelf te spreken, te reageren en mijn rentmeesterschap zelf vorm te geven. En daarmee wordt ik in feite buitengesloten.
Tekst gaat verder onder de afbeelding
Vrede
Ik weet dat de liefde en zorg van anderen aan de oppervlakte zeker wel echt is, maar dat er op een diepere laag toch stiekem wat anders speelt. Een angst. Angst voor ruzie, om iets te verliezen, voor zichzelf of voor het zien van lijden. Niet altijd kan ik dat met de ander bespreken, bijvoorbeeld als de ander het niet goed door heeft. Veel mensen denken ‘goede mensen’ te zijn, geen angst meer te kennen en volledig liefde en vrede in hun hart te hebben. Maar dat is helaas niet altijd waar. Ze doen allemaal hun best, iedereen is betrokken en wil het goed doen, maar ik voel te goed aan of iemand volledig congruent is.
Streef naar de vrede en jaag die na – Psalm 34
In het jaar 2024 was deze tekst mijn ‘lijftekst’. De tekst waar ik steeds naar keek en me aan vasthield. Wat er ook gebeurde en hoe mensen ook met mij omgingen (en in feite hun best deden, maar niet altijd aansloten bij wat ik nodig had): Ik wilde de vrede najagen en naar vrede streven. Vrede met mijzelf en de ander. En ik dacht na over hoe ik in contact kon blijven als er ontweken werd. Hoe ik liefdevol kon blijven als er ook een mate van ‘uitgesloten’ worden is. Als mensen beslissingen voor mij nemen. En ik vroeg me af hoe ik in vrede met mezelf kon blijven wanneer dingen niet uitgesproken kunnen worden.
Loslaten = Actieve acceptatie
De oplossing was: LOSLATEN.
Het gebeurde loslaten, het laten gaan. Het verdriet dragen, verwerken en overgeven. Actieve acceptatie.
Actieve acceptatie betekent ook hulp blijven vragen, zwak en zielig mogen zijn, waar dat kan zelf keuzes blijven maken, verbinding blijven maken en blijven vragen aan de ander hoe het gaat. De ander lief blijven hebben waar dat kan.
Hulp en verbinding
Het gaat over het lichaam van Christus mogen zijn. En dan misschien wel de gebroken enkel zijn, maar hulp krijgen van de voet, de tenen, de benen en het andere been. Hulp van de handen die de enkel insmeren en inzwachtelen. Hulp van zachte vingers die de pijn weg strelen. En zo hulp aanvaarden én in verbinding zijn.
Uiteindelijk gaat het over ‘vertrouwen’ en over ‘sombere gevoelens als er geen vertrouwen is’. En dan, kijkend naar de wolken, ontdek ik dat mijn worsteling met de dansjes van mensen rondom mij dus helemaal niet gaat over zielig zijn of zwak. Ik besef me ineens dat ik wil dat mensen zien dat ik te vertrouwen ben en ook te vertrouwen ben in de keuzes die ik maak. Dat ik zelf heel goed kan beslissen of ik langs kan en wil komen, of ik hulp nodig heb en wanneer ik het zelf heel goed kan of wil doen. Het gaat erom dat ik te vertrouwen ben en dat ik het fijn vind als mensen dat erkennen.
Ik ben te vertrouwen en ik vind het fijn als mensen dat erkennen.
Ik vind ‘zwak’ zijn niet erg en vraag hulp wanneer ik dat nodig heb. Ik ben liefdevol voor mezelf en anderen en ik ben graag in verbinding.